Bron: Saheli Chowdhury en Stephen Lalla  
countercurrents 21 april 2021 ~~~ 

“Je kunt niet beweren mensenrechten te beschermen door mensenrechten te schenden,” benadrukte Alena Douhan, Speciaal Rapporteur van de Verenigde Naties over de Negatieve Impact van Unilaterale Dwangmaatregelen op het Genieten van Mensenrechten, terwijl ze de menselijke kosten van de unilaterale sancties die door de Verenigde Staten en haar bondgenoten aan Venezuela zijn opgelegd, gedetailleerd uiteenzette.

Prof. Douhan, die internationaal recht doceert aan de Wit-Russische Staatsuniversiteit, maakte deze opmerking tijdens een recente conferentie die werd georganiseerd door de Canadian Latin American Alliance en mede werd gesponsord door het Canadian Foreign Policy Institute en Common Frontiers. In het panel werd Prof. Douhan bijgestaan door Don Davies, eminent advocaat en Canadees parlementslid voor de Nieuwe Democratische Partij (NDP), die de rol van Canada bij de toepassing van sancties tegen Venezuela besprak.

Sancties – veel meer dan politieke

Alena Douhan heeft begin februari, in haar hoedanigheid van speciaal rapporteur van de VN, gedurende twee weken een bezoek gebracht aan Venezuela om de gevolgen van de door de VS opgelegde unilaterale dwangmaatregelen voor de Venezolaanse economie en de levensomstandigheden van de Venezolaanse bevolking te evalueren. Zij heeft ontmoetingen gehad met zowel regeringsfunctionarissen als leden van de oppositie, vertegenwoordigers van de openbare en de particuliere sector, sociale organisaties en vakbonden, en nationale en internationale NGO’s die in Venezuela werkzaam zijn.

Op 12 februari diende zij een voorlopig verslag in, waarin de “verwoestende gevolgen” van de sancties voor de nationale economie, de gezondheidszorg, het onderwijs, de industrie, sociale programma’s en andere sectoren gedetailleerd worden beschreven. Het eindverslag zal in september 2021 worden ingediend.

“In de internationale sfeer worden sancties over het algemeen politiek besproken, terwijl de juridische en menselijke gevolgen ervan niet met voorrang worden bekeken”, aldus prof. Douhan. “Toch zijn zowel gerichte sancties als algemene sancties in strijd met het internationaal recht, zoals de soevereine gelijkheid van staten, het beleid van niet-inmenging in binnenlandse aangelegenheden van landen, en de beginselen van de mensenrechten, waaronder het recht op leven en op ontwikkeling.”

Douhan benadrukte dat gerichte sancties tegen individuen weliswaar niet zo schadelijk zijn als overkoepelende sancties tegen een land, maar toch in strijd zijn met rechtsbeginselen.

“Het vermoeden van onschuld is het uitgangspunt van het recht, en de bewijslast ligt bij de aanklager. Iedereen die met een beschuldiging wordt geconfronteerd, heeft recht op een eerlijk proces; dat is een inherent mensenrecht. Op het vermoeden van schuld van de beschuldigde worden echter eenzijdige dwangmaatregelen toegepast, hetgeen in strijd is met het recht op een eerlijke rechtsgang. Je kunt niet één set rechten hebben voor de zogenaamde slechteriken en een andere set voor de zogenaamde goeden; mensenrechten zijn er voor iedereen.”

Ze merkte op dat de eerste sancties waarmee Venezuela te maken kreeg, gerichte sancties waren die de Amerikaanse regering in 2015 oplegde tegen Venezolaanse functionarissen en entiteiten die volgens de Amerikaanse regering betrokken waren bij drugshandel of corruptie, of die protesten met geweld hadden onderdrukt of politieke tegenstanders hadden vervolgd. Onlangs hebben verschillende landen, waaronder de VS, zelfs sancties opgelegd aan leden van de Venezolaanse oppositie die deelnamen aan de verkiezingen voor de Nationale Vergadering van 6 december 2020. “Dit betekent dat deze personen Venezuela niet kunnen vertegenwoordigen in rechtszaken in de sanctionerende landen, hoewel zij door de bevolking van hun eigen land zijn gekozen,” benadrukte Douhan. “In veel gevallen zijn sancties opgelegd aan personen voor daden die geen misdrijf vormen. Zo werden kapiteins van Iraanse olietankers die benzine aan Venezuela leverden, gesanctioneerd voor ‘ondersteuning en financiering van internationaal terrorisme’, omdat de VS Venezuela in 2015 tot ‘een ongekende bedreiging voor de veiligheid en het buitenlands beleid van de VS’ verklaarden”, haalde ze aan.

Gevolgen voor de economie en het leven in Venezuela – de menselijke kosten

In haar rapport beschreef de speciale rapporteur in detail de impact van de eenzijdige dwangmaatregelen die neerkomen op een totale blokkade tegen de Venezolaanse economie, waardoor een humanitaire crisis is ontstaan in de Zuid-Amerikaanse natie. Tijdens de conferentie verklaarde zij: “Venezuela is al een eeuw afhankelijk van de oliehandel, met name met de Verenigde Staten en Europa. Omdat Venezuela de grootste oliereserves van de planeet heeft, was dat natuurlijk de belangrijkste bron van buitenlandse valuta.”

Hoewel de economie sinds de daling van de olieprijzen in 2014 te maken begon te krijgen met een neergang, werd de situatie verergerd met het opleggen van steeds hardere sancties sinds 2015. “De olie-inkomsten zijn met 99% gedaald, en het land leeft momenteel van slechts 1% van zijn inkomsten van voor de sancties,” aldus de speciale rapporteur. Bovendien zijn Venezolaanse tegoeden in het buitenland, met een waarde van ongeveer zes miljard USD, in beslag genomen of bevroren in verschillende landen. Samen hebben deze factoren geleid tot hyperinflatie en ernstige devaluatie van de bolivar, “Waardoor de salarissen in de publieke sector zijn gedaald van het equivalent van 150-500 dollar per maand in 2015 tot 2-10 dollar in 2020, en de armoede sterk is toegenomen,” legt Douhan uit.

“Verder staan het staatsoliebedrijf PDVSA, de mijnbouwsector, transport, vliegtuigen, cryptocurrency – allemaal onder sancties. Veel mensen die in deze sectoren werken, hebben hun baan verloren of zijn gedwongen ontslag te nemen omdat de salarissen door de sancties zijn gedecimeerd. Het zwaarst getroffen is de publieke sector, die 30-50% van zijn gekwalificeerde personeel heeft verloren, wat heeft geleid tot desorganisatie, overbelasting en verminderde kwaliteit van de dienstverlening.”

De grote afhankelijkheid van invoer is een andere factor die de situatie verergert. “Vóór de sancties had Venezuela geld om alles te kopen wat nodig was om zijn infrastructuur en sociale ontwikkelingsprojecten te onderhouden,” merkt Douhan op. “De meeste producten, zoals machines, reserveonderdelen, technologie, zelfs voedsel, medicijnen en medische apparatuur, werden voornamelijk uit Europa en de VS geïmporteerd.

Nu de sancties alle importen belemmeren, is elk aspect van het leven in Venezuela getroffen, inclusief de belangrijkste industrie, olie. “De Venezolaanse olievoorraden bestaan voornamelijk uit zware ruwe olie, waarvoor intensieve raffinageprocessen nodig zijn om bruikbaar te zijn,” legt Douhan uit. “De benodigde chemicaliën werden geïmporteerd uit de VS of Zwitserland, nu is dat onmogelijk. Door gebrek aan reserveonderdelen en nieuwe machines kunnen de raffinaderijen ook niet worden onderhouden, zodat Venezuela momenteel niet genoeg benzine, diesel en kookgas kan produceren om zelfs maar aan de binnenlandse vraag te voldoen. Het tekort aan brandstoffen heeft het verkeer van mensen voor dagelijkse activiteiten, zoals het bezoeken van ziekenhuizen, banen of scholen, ernstig belemmerd.” Zelfs zij was niet in staat om staten ver van de nationale hoofdstad te bezoeken als gevolg van brandstoftekorten.

“De staat levert niet genoeg gesubsidieerd kookgas en de prijzen zijn enorm op de ‘vrije markten’, zodat de mensen hout moeten gebruiken om in de open lucht te koken, wat een milieuprobleem is,” vervolgde Prof. Douhan. “Elektriciteitsleidingen kunnen momenteel op ongeveer 20% van hun capaciteit functioneren, opnieuw door een tekort aan brandstof, machines en gekwalificeerd personeel. Het nationale watervoorzieningssysteem is onstabiel door stroomuitval, en water kan alleen bij toerbeurt worden geleverd om de distributie over het hele land te verzekeren. Dit betekent dat de meeste huishoudens slechts om de vijf tot zeven dagen gedurende een paar uur water kunnen krijgen, en dat water moet worden gekookt om het drinkbaar te maken, omdat de regering niet alle chemicaliën kan invoeren die nodig zijn voor een goede zuivering. Zelfs ziekenhuizen hebben geen continue watervoorziening. Nu, tijdens de COVID-19 pandemie, terwijl ons wordt opgedragen regelmatig onze handen te wassen, hoe kan dit mogelijk zijn voor de mensen in Venezuela?”

De speciale rapporteur constateerde dat belemmeringen voor voedselimporten en hoge prijzen van beschikbare artikelen hebben geleid tot verminderde voedselinname en toenemende ondervoeding in de afgelopen zes jaar. De mensen zijn in toenemende mate afhankelijk van het door de regering gesubsidieerde voedselvoorzieningsprogramma (CLAP), maar ook dat is gedwongen de diversiteit van de artikelen te verminderen. Schoolmaaltijdenprogramma’s zijn verminderd of geheel opgeschort, evenals andere schoolbenodigdheden zoals boeken, computers, uniformen, rugzakken, enz.

Als gevolg van de verwoesting van de nationale economie en de degradatie van overheidsprogramma’s is 40% van de beroepsbevolking betrokken bij de “grijze economie” – onzekere banen of zelfs criminele activiteiten, waaronder drugs- en mensenhandel. Tussen één en vijf miljoen mensen zijn het land uit gemigreerd op zoek naar betere levensomstandigheden, met een overeenkomstige toename van het aantal gezinsscheidingen, geweld, kinderarbeid en prostitutie. “Meisjes van 12 tot 13 jaar zijn de prostitutie ingegaan, met alle schadelijke gevolgen van dien, zoals een toename van tienerzwangerschappen en opportunistische infecties”, aldus Douhan.

“Dit heeft het gezondheidszorgsysteem, dat toch al te kampen heeft met tekorten, overbelast”, vervolgt ze. “De Venezolaanse regering verstrekte vroeger uitstekende gezondheidszorg aan de bevolking, inclusief transplantaties en diensten voor chronische en levensbedreigende aandoeningen zoals diabetes, kanker en HIV – allemaal gratis of sterk gesubsidieerd. Dit werd verlamd door de inbeslagname van staatsactiva in het buitenland. In 2017-2018 kampte het land met ernstige tekorten aan hiv-tests en medicijnen, injectiespuiten, vaccins tegen mazelen, gele koorts, malaria, wat leidde tot [een] sterke stijging van het aantal sterfgevallen. In deze crisis heeft de regering de samenwerking met UNDP, UNICEF, UNAIDS, PAHO, andere internationale agentschappen, de particuliere sector, kerken, ngo’s opgevoerd, waardoor de gezondheidssector is verbeterd. Maar de omstandigheden in andere sectoren blijven even schrijnend als altijd.”

“Het probleem wordt nog verergerd door sancties tegen derden – bedrijven uit de openbare en de particuliere sector van landen die de Venezolaanse regering erkennen – en door de overmatige naleving van sancties door bedrijven die bang zijn voor sancties tegen henzelf,” verklaarde Douhan. “Deze vrees is niet ongegrond, aangezien handelaren regelmatig door de Amerikaanse autoriteiten worden bedreigd met inbeslagneming van activa en blokkering van fondsen door de Amerikaanse autoriteiten. Aan de Russische en Italiaanse partners van PDVSA zijn sancties opgelegd.”

Waarom eenzijdige dwangmaatregelen illegaal zijn

“Om te bespreken waarom unilaterale sancties illegaal zijn, moeten we nagaan welke maatregelen legaal zijn volgens het internationaal recht,” zei Douhan. “Als een staat van mening is dat een andere staat zich niet aan de mensenrechtenverplichtingen houdt, kan de eerste de diplomatieke betrekkingen met de laatste verbreken, geen verdrag sluiten of zich uit een bestaand verdrag terugtrekken volgens de bepalingen van dat verdrag. De kwestie kan ook aan de VN-Veiligheidsraad worden voorgelegd in situaties die de vrede bedreigen of een inbreuk op de vrede vormen”.

De speciaal rapporteur was echter voorzichtig over het laatste, en verwees naar de VN-sancties tegen Irak die een van de ergste humanitaire crises van de laatste tijd hebben veroorzaakt. “Wat niet legaal is, is een grove schending van het humanitair of internationaal recht,” vervolgde ze. “Het aangekondigde doel van de maximale drukcampagne doelt op het veranderen van regering in Venezuela – dat is illegaal.”

“Deze sancties zijn in feite zowel illegaal als immoreel,” voegde het Canadese parlementslid Don Davies eraan toe. “De sancties veroorzaken enorm veel leed onder het Venezolaanse volk, met name onder de meest gemarginaliseerde en kwetsbare groepen.”

De parlementariër herinnerde aan de lange, gedocumenteerde geschiedenis van kolonisatie van Latijns-Amerika door Europese mogendheden en de VS en merkte op: “Ik vind het geen toeval dat de Verenigde Staten een van de landen in de wereld is die bijna uitsluitend weigert zich ooit aan internationale rechtspraak te onderwerpen.” Volgens hem “kunnen en willen de Verenigde Staten en hun kapitalistische bondgenoten eenvoudigweg niet tolereren dat er een ander model wordt ontwikkeld dan de neoliberale, kapitalistische, pro-zakelijke markteconomie waarop zij lijken aan te dringen dat dit de weg moet zijn voor landen in Midden- en Zuid-Amerika, en over de hele wereld.”

“Unilaterale dwangmaatregelen tegen soevereine naties zijn een vorm van collectieve bestraffing,” vervolgde het parlementslid. “Het doel is om het leven zo ondraaglijk te maken dat het wijdverspreide ontevredenheid onder de bevolking zou opwekken, zodat de mensen zelf een verandering van regime zullen verwelkomen.” Over Douhan’s gedetailleerde verslag over de dood en vernietiging veroorzaakt door de sancties in Venezuela, merkte Davies op: “Je kunt een bom op iemand laten vallen of je kunt hun elektriciteit of water afsluiten, het resultaat is vaak hetzelfde.”

Wat de rol van Canada in de situatie in Venezuela betreft, verwees Davies naar een “informeel partnerschap tussen Canada en de Verenigde Staten, gevormd in 2017”, dat door de regering Trudeau is gebruikt om haar besluit te rechtvaardigen om zich aan te sluiten bij de Amerikaanse regering in de blokkade tegen Venezuela.

“Canada maakt deel uit van Five Eyes, de NAVO, en een aantal politieke organisaties, formeel en anderszins,” legde het parlementslid uit. Hij karakteriseerde de Lima-groep, die zijn eigen land in 2017 initieerde als een vijandig politiek front tegen de Venezolaanse regering, als “slechts een in diskrediet gebrachte groep van rechtse landen, na de terugtrekking van Bolivia en Argentinië, waar linkse regeringen zijn teruggekeerd.” Hij vervolgde: “Zowel de Lima-Groep als de OAS [Organisatie van Amerikaanse Staten] worden door de Canadese regering gebruikt als politieke dekmantel, zodat het Canadese volk de illegale agenda als legitiem zou beschouwen.”

Speciaal Rapporteur Douhan wees er ook op dat de inbeslagname van Venezolaanse buitenlandse tegoeden in strijd is met de normen van onschendbaarheid van staatseigendom. “De activa van de Centrale Bank van Venezuela, CITGO [PDVSA’s Amerikaanse dochteronderneming], andere fondsen bevroren in internationale banken – deze behoren toe aan de Staat Venezuela, niet aan zijn regering. Het blokkeren of in beslag nemen van staatsactiva op grond van de niet-erkenning van een regering is illegaal volgens het internationaal recht.

Zij benadrukte dat de toepassing van sancties op onderdanen en ondernemingen van derde landen wegens samenwerking met de overheid, ondernemingen en onderdanen van Venezuela buiten de jurisdictie van de VS, Canada en andere sanctionerende landen valt. Ook onderstreepte zij dat “de bestaande humanitaire vrijstellingen ondoeltreffend en ontoereikend zijn, en geen betrekking hebben op de levering van reserveonderdelen of machines die nodig zijn voor het onderhoud en het herstel van overheidsdiensten”.

De speciale rapporteur prees de maatregelen die de Venezolaanse regering heeft genomen om de crisis te bestrijden, maar verklaarde dat de sancties de potentiële positieve gevolgen van de maatregelen ondermijnen. Zij verklaarde dat alle geschillen tussen landen moeten worden opgelost in het kader van het internationaal recht, en niet met unilaterale maatregelen. In dit verband noemde zij de door Venezuela in 2020 bij het Internationaal Strafhof ingediende zaak, waarin de door de blokkade veroorzaakte doden worden beschouwd als “agressie” tegen de natie. Geschat wordt dat de sancties in Venezuela al meer dan 100.000 doden hebben veroorzaakt.

“Humanitaire overwegingen moeten altijd prevaleren boven politieke,” concludeerde ze.

Topfoto: VN Speciaal Rapporteur voor Sancties Alena Douhan persconferentie in Caracas (Foto Telesur)


Saheli Chowdhury is geïnteresseerd in geschiedenis, geopolitiek en volksbewegingen in Latijns-Amerika. Ze werkt voor de Venezolaanse nieuwsredactie Orinoco Tribune.

Stephen Lalla is journalist, onderzoeker en analist. Zijn interessegebieden zijn geopolitiek, geschiedenis en actualiteit. Hij heeft bijdragen geleverd aan Counterpunch, The Canada Files, Resumen Latinoamericano English, ANTICONQUISTA, en andere uitgeverijen.