Bron: Erwin Carpentier op dewereldmorgen.be 5 mei 2019 ~~~
Nicaragua: wie wil Ortega weg?
Ik ben actief in de solidariteitsbeweging met Nicaragua sinds het verzet tegen de Somozadictatuur, maakte er een syndicale inleefreis in 2015 en blijf de perikelen in dat Centraal-Amerikaans land volgen. Behoedzaam voor “linkse” kritieken en bewust van de zware opdrachten waarvoor de mensen in een ontwikkelingsland in de schaduw van de VS staan, wil ik met deze bijdrage reageren op zij die zich nu objectief aan de kant van de VS lijken te scharen. Ik moet Daniel Ortega niet vrij van fouten pleiten – dat oordeel laat ik aan de Nicaraguanen over – maar ik vind Trump en de VS-elite de grootste bedreiging voor het volk van Nicaragua. Laten we ons dus niet van hoofdvijand vergissen.
De Verenigde Staten en de door hen aangestuurde oppositie slaagden er ondanks de gewelddadige protesten in 2018 niet in om de regering van Daniel Ortega ten val te brengen en daarmee ook een klap toe te brengen aan die twee andere Latijns-Amerikaanse pijlers van het verzet tegen de VS-hegemonie in Amerika: het Venezuela van Maduro en het Cuba van Díaz-Canel.
De strijd gaat echter onverminderd verder, o.a. met een verscherping van de economische sancties tegen de drie landen, en miljoenen dollars voor de oppositie (o.a. om “de media te versterken”). Een strijd die ook in Europa wordt gevoerd, waarbij men progressieve en goedmenende mensen probeert te manipuleren om de belangen van de VS te dienen.
De onrust in Nicaragua ontstond naar aanleiding van een hervorming van de sociale zekerheid, met negatieve gevolgen voor de lonen, de pensioenen… en de werkgeverswereld. De voorgestelde maatregelen gingen overigens minder ver dan wat het IMF van de regering eiste. De regering Ortega trok de geplande maatregelen een paar dagen later in, maar de protesten hielden aan en richtten zich al snel op het ontslag van de – wettelijke en wettige – regering. Ortega ging de dialoog aan, onder bemiddeling van de machtige en zeer invloedrijke katholieke kerk, en trok op een bepaald moment zelfs de politie terug, waarvan de demonstranten profiteerden om de straten met barricaden te bezetten. Er volgden maanden van geweld, waarbij honderden doden vielen en honderden demonstranten werden opgepakt.
De Nicaraguaanse regering werd er meteen van beschuldigd een zware repressie te voeren tegen vreedzame demonstranten. Amnesty International publiceerde twee rapporten en voert campagne voor de vrijlating van de “politieke gevangen”, waaronder de Belgisch-Nicaraguaanse Amaya Eva Coppens, hierin ondersteund door een aantal mensen die vroeger de Sandinistische revolutie onder leiding van Ortega verdedigden. Een delegatie van de Nicaraguaanse oppositie reist rond in Europa en zoekt er steun om de “dictator Ortega” weg te krijgen. Vanzelfsprekend verwerpen ze elk verwijt dat ze als marionetten van de VS optreden.
Ondertussen zien we hoe sommige studentenleiders zonder probleem op de door de VS gedomineerde Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS) worden uitgenodigd en op de koffie gaan bij Marco Rubio, Ted Cruz en Ileana Ros-Lehtinen, ultra-rechtse VS-politici die bekend staan wegens hun rabiate haat tegen al wat progressief is in Latijns-Amerika.
Een eenzijdige houding van Amnesty International
Alliance for gobal justice (Verenigde Staten) en Nicaragua Solidarity Campaign Action Group (Verenigd Koninkrijk), twee organisaties met een lange staat van dienst op het gebied van de solidariteit met Nicaragua, publiceerden in februari 2019 een rapport getiteld “De waarheid verwerpen: Waarom Amnesty International zich vergist over Nicaragua”. Het rapport wil een wederwoord bieden aan een rapport van AI uit oktober 2018 en behandelt de gebeurtenissen in 2018, het optreden van de regering, de sleutelmomenten, de beweringen van AI over de “strategie van de repressie”, een case study en tot slot een hoofdstuk met conclusies. En die zijn hard: AI heeft een vertekend en antiregeringsbeeld gegeven van de gewelddadige gebeurtenissen die zich tussen april en september 2018 in Nicaragua hebben voorgedaan. De moorden op sandinisten of op zij die zich tegen de oppositie verzetten kwamen niet in beeld, en de betogers werden als pacifisten afgeschilderd, hoewel foto’s en video’s het omgekeerde aantoonden: burgers werden afgeperst en aangevallen, overheidsgebouwen en privéhuizen werden in brand gestoken, “vreedzame” demonstranten beschikten over op grote schaal gefabriceerde en aangevoerde “artisanale” wapens en ook gewone vuurwapens. AI baseert zich vooral op antiregeringsbronnen en getuigenissen die niet kunnen worden geverifieerd.
Amaya Coppens
De Belgisch-Nicaraguaanse studente Coppens was een van de demonstranten. Ze werd in september 2018 opgepakt in Leon, een stad op zowat 100 km van de hoofdstad Managua. Zij kreeg vrij snel de steun van AI. N-VA Europarlementslid Marc Demesmaeker mocht haar opzoeken in de vrouwengevangenis La Esperanza – waar ze ondanks eerdere berichten in goede gezondheid bleek te zijn – en beschouwt haar als een symbool van de politieke gevangenen.
In tegenstelling tot wat AI echter beweert, is Amaya Coppens niet opgepakt omdat ze vreedzaam protesteerde. Zij en nog zes anderen worden beschuldigd van terroristische daden, illegaal bezit en gebruik van vuurwapens, gijzeling, vernielingen en verstoring van openbare diensten. De aanklachten baseren zich op bewijzen van getuigen, het gerechtelijk onderzoek en bewijzen door de beklaagden zelf. Haar groep leidde van 20 april tot eind juni een barricade in de hoofdstraat van San Benito, van waaruit mensen werden gegijzeld, beroofd en geslagen. De groep was ook betrokken bij een andere barricade in Leon. Op 23 mei gijzelde de groep in San Benito Luis David Arias. Volgens de verklaring van laatstgenoemde beval Coppens de anderen om hem te slaan en te beroven. Die verklaring werd bevestigd door José María Vanegas die aan de barricade van de Coppens-groep probeerde te ontkomen. Ze trokken de man van zijn motorfiets en toen hij probeerde te ontkomen gingen ze achter hem aan. Ze kregen hem te pakken en brachten hem terug naar de barricade, waar ze hem zijn bezittingen, telefoon, geld en de sleutels van zijn motorfiets afpakten. Ze hielden hem verschillende uren vast, sloegen en blinddoekten hem voor ze hem uiteindelijk lieten gaan.
Dezelfde groep nam op een ander moment in Leon drie politieagenten gevangen en gaven ze een pak slaag. De barricades waaraan Coppens deelnam intimideerden de lokale bevolking en zaaiden angst en terreur, vandaar ook de beschuldiging van terrorisme.
Het is niet de eerste keer dat AI een controversieel rapport uitbrengt of duidelijk een kamp lijkt te kiezen. Voormalig Nicaraguaanse AI-gewetensbezwaarde Camilo Mejía leidde het Amerikaans-Brits rapport in met een aan de antieke Griekse dramaturg Aischylos toegeschreven uitspraak: “In de oorlog is de waarheid het eerste slachtoffer”, en schreef: “Wat Nicaragua sinds april 2018 heeft meegemaakt is immers niets minder dan een militaire, economische, psychologische, culturele en politieke oorlog, waarbij de waarheid over de crisis, met de volle steun van AI, het eerste slachtoffer was”.
Oppositie, regering en de VS
Maurice Lemoine, de gerenomeerde Latijns-Amerika-deskundige, houdt ons voor om de toestand in Nicaragua (en Venezuela en Cuba) niet gewoon vanuit een eenvoudig “regering versus oppositie” schema te bekijken maar vooral nooit de geopolitieke context uit het oog verliezen. Voor hem is het zonneklaar: Wie het continentale tegenoffensief van de reactie en Washington aandachtig volgt, ziet dat wat in 2014 en 2017 in Venezuela gebeurde om Maduro omver te gooien (“guarimba”) zich 2018 in Nicaragua herhaalde (“tranque”).
Net als in Venezuela zijn veel Nicaraguaanse opposanten natuurlijk geen fascisten of bloeddorstige elementen. Alle mensen die op een of ander moment op de barricaden hebben gestaan hebben daarom nog geen misdaden begaan. Zij stonden niet aan de leiding, maar ze stonden wel gewillig zij aan zij met ordinaire misdadigers die voor chaos hebben gezorgd.
Uit een analyse van de gsm’s en computers van de gearresteerden – de “politieke gevangenen” – blijkt dat de honderd barricades die overal werden opgericht een netwerk vormden en gecoördineerd werden door oppositieleiders als Medardo Mairena, Pedro Joaquín Mena of Francisca Ramírez, die onderhands de ngo “ter verdediging van de mensenrechten” Hagamos Democracia financierden, die op haar beurt “subsidies” uit de VS ontving…
Lemoine maakt tot slot een kleine vergelijking met de beweging van de gele hesjes in Frankrijk. In tegenstelling tot Venezuela en Nicaragua zijn daarbij gelukkig nog geen politieagenten omgekomen, maar er werden sinds het begin van de beweging en tot 10 januari minstens 6.475 manifestanten opgepakt, waarvan er 5.339 werden vastgehouden, waaronder 1.500 preventief op 8 december. Een recordaantal dat, in een duizend keer meer ontplofbare context, noch in Venezuela noch in Nicaragua werd bereikt… En dan zwijgen we nog over de vele verwondingen die duizenden Fransen hebben opgelopen en de manier waarop de politie er soms is tekeer gegaan.
Zij die zich het lot aantrekken van de Nicaraguaanse en Venezolaanse bevolking kunnen de respectievelijke regeringen daar misschien “neoliberaal” of “niet links genoeg” vinden. Ze moeten echter goed beseffen dat de VS daar wel degelijk een destabiliserende rol speelt, met als enige doel de oude orde en zijn overheersing te herstellen. Willen ze daaraan medeplichtig zijn?